Dienstverlening

Dienstverlening

Dienstverlening

In deze passage wordt ingegaan op: CGR-code § 6.3.

Het is toegestaan dat beroepsbeoefenaren tegen betaling diensten verrichten voor farmaceutische bedrijven. Het mag echter niet zo zijn dat er onder het mom van dienstverlening betaling aan artsen plaatsvindt met een oneigenlijke grondslag. Ook mogen er geen twijfels ontstaan over de onafhankelijkheid van de beroepsbeoefenaar.

Aan betaling voor dienstverlening worden daarom de volgende eisen gesteld:

  1. Doelstelling, inhoud en omvang van de dienstverlening moeten helder en gedetailleerd zijn omschreven
  2. Geen betaling in natura (hoogte beloning is dan niet transparant, bovendien fiscaal lastig af te handelen)
  3. De dienst moet daadwerkelijk betekenis hebben voor de vergunninghouder en moet van belang zijn voor de zorg (bijv. voor de geneeskunde of farmacie)
  4. Er moet een redelijke verhouding zijn tussen de geleverde prestatie en de honorering
  5. De rechten en verplichtingen van beide partijen moeten duidelijk zijn (het moet dus duidelijk zijn voor welke dienst wordt betaald)
  6. Afspraken over dienstverlening moeten vooraf zijn vastgelegd in één schriftelijke overeenkomst. Deze mag via e-mail tot stand komen, maar het akkoord moet dan wel duidelijk per e-mail worden bevestigd. Als het gaat om eenvoudige enquêtes en questionnaires geldt deze eis niet.

De CGR heeft richtlijnen voor redelijke uurtarieven vastgelegd (tabel 1).

Tabel 1 Redelijke tarieven (per uur) voor dienstverlening per beroepsgroep volgens CGR.

Dit zijn maximum bedragen. Afwijkingen naar boven zijn niet toegestaan, ook niet als de betreffende persoon bijzondere kwalificaties heeft. Als afspraken over dienstverlening worden gemaakt met zorgaanbieders uit andere disciplines, moet op redelijke wijze aansluiting worden gezocht bij dit overzicht.

Naast de hoogte van het uurtarief moet ook gekeken worden of het aantal uren dat vergoed wordt, redelijk is en in verhouding staat tot de omvang van de geleverde dienst.

Als de dienstverlener (redelijke) kosten maakt, mogen deze worden vergoed. Ook dit moet van tevoren zijn vastgelegd in de overeenkomst. Met betrekking tot reiskosten acht de CGR de volgende onkostenvergoedingen redelijk (tabel 2).

Tabel 2 Redelijke vergoeding reiskosten volgens CGR.

De vergoeding van verblijfskosten (diner en overnachting) in het kader van dienstverlening moet redelijk blijven: op dit punt gelden dezelfde eisen als voor gastvrijheid bij bijeenkomsten (dinerkosten voor Nederland: € 75).

Als de dienstverlening in het buitenland plaatsvindt, moet hiervoor een objectieve rechtvaardiging zijn.

Overige onkosten kunnen onder omstandigheden worden vergoed, mits deze gerechtvaardigd en onderbouwd zijn.

Compensatie van reistijd kan redelijk zijn als tijdens normale werkuren wordt gereisd. Wordt deze reistijd echter gebruikt voor het voorbereiden van de dienst, terwijl voor die voorbereiding ook al een vergoeding is afgesproken, is sprake van dubbele beloning. Dit is niet toegestaan.

Dienstverlening: medewerking aan onderzoek

Een specifieke vorm van dienstverlening is het meewerken aan geneesmiddelenonderzoek. De regels van de CGR zijn uitsluitend van toepassing op onderzoek waarbij geneesmiddelen zijn betrokken, en die niet valt onder de reikwijdte van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) dan wel niet-WMO-plichtig onderzoek.

Alle WMO-plichtig en niet-WMO-plichtig onderzoek met geneesmiddelen wordt getoetst door een METC. Als deze METC positief besluit, mag ervan worden uitgegaan dat de vergoeding in redelijke verhouding staat tot de te verrichten werkzaamheden, en het kennelijke doel ‘het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen’ ontbreekt. 

0% voltooid

Downloads