De eindtoets bestaat uit 24 vragen. Om uw certificaat te behalen, dient u 70% goed te beantwoorden. Bij het beantwoorden van de vragen hoeft u uw antwoord niet te bevestigen, behalve als er meerdere antwoorden mogelijk zijn. Bij meerkeuzevragen telt uw eerst gegeven antwoord mee voor de berekening van uw score en u kunt uw antwoord niet wijzigen. U krijgt geen directe feedback. Als u voldoende heeft gescoord, krijgt u uw certificaat toegestuurd. U kunt dan ook de antwoorden op de vragen bekijken, inclusief de feedback. Als u onvoldoende heeft gescoord, dient u de eindtoets opnieuw te maken. Bij een meerkeuzevraag waarbij meerdere opties goed zijn, wordt de vraag alleen goed gerekend wanneer u alle juiste opties heeft aangegeven. U kunt op ieder gewenst moment ‘terugbladeren’ in de e-learning om de studietekst opnieuw door te nemen, bijvoorbeeld om het antwoord op de vraag te vinden. Voor de eindtoets heeft u maximaal 2 uur de tijd. Deze limiet wordt niet gepauzeerd, als u terugbladert of de website verlaat. Veel succes!
0 of 24 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de quiz al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Quiz is aan het laden...
Je moet inloggen of inschrijven om de quiz te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 24 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Hieronder staan twee situaties. Situatie 1: Bedrijf X plaatst op YouTube een filmpje met instructies over de wijze waarop een voorgevulde injectiepen moet worden gebruikt Situatie 2: Een medewerker van een farmaceutisch bedrijf retweet een tweet van een onderzoeker over de positieve uitkomsten van een wetenschappelijk onderzoek naar een nieuwe indicatie van het geneesmiddel van dat farmaceutische bedrijf Zijn de regels voor geneesmiddelenreclame van toepassing in deze situaties?
U heeft een nieuw geneesmiddel tegen angststoornissen op de markt gebracht en u wilt een mailing sturen naar alle psychiaters, psychologen en verpleegkundig specialisten in de GGZ, waarin de voordelen van dit nieuwe middel ten opzichte van de bestaande geneesmiddelen worden uitgelegd. Mag dit?
Geef aan wat een farmaceutisch bedrijf mag doen. Vink de goede optie(s) aan.
De CGR legt een groot farmaceutisch bedrijf een sanctie op, nadat in een klachtenprocedure is vastgesteld dat het bedrijf in kwestie een bijeenkomst voor KNO-artsen heeft georganiseerd waarvan de verleende gastvrijheid niet conform de regels was. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? Stelling 1: De IGJ kan het bedrijf een boete opleggen van 150.000 euro Stelling 2: De IGJ kan deelnemende KNO-artsen niet beboeten als het bedrijf al een boete heeft gekregen
Welke bewering is waar?
Hieronder worden twee situaties beschreven. Geef aan of deze wel of niet zijn toegestaan. Situatie 1: Op een internationaal wetenschappelijk congres in Parijs wordt in Engelstalige brochures die artsen kunnen meenemen, reclame gemaakt voor een geneesmiddel dat over een half jaar in Nederland zal worden geregistreerd. Er zijn ook Nederlandse artsen aanwezig. Situatie 2: Het congres voor de wereldwijde vereniging van urologen vindt dit jaar plaats in de RAI in Amsterdam. Een fabrikant gebruikt in zijn stand Engelstalige reclamematerialen voor een nieuw middel tegen prostaatkanker. Het geneesmiddel is in de VS goedgekeurd, maar in Europa nog niet.
Somorol is geregistreerd voor ‘postoperatieve pijnbestrijding bij patiënten die overgevoelig zijn voor stof Y’. Studies tonen aan dat het middel ook werkt bij patiënten die overgevoelig zijn voor stoffen Z en X. Mag de fabrikant van Somorol de volgende claim gebruiken? ‘Nieuw! Somorol: binnenkort ook voor patiënten die overgevoelig zijn voor Z en X’
Fabrikant X introduceert Telmica, een generiek middel dat is geregistreerd ter verlaging van milde hypertensie met als werkzame stof telmisartan. Het middel is bio-equivalent met andere middelen met dezelfde werkzame stof. Moet de claim ‘Telmica: de beste keuze bij milde hypertensie’ nog apart met één of meer studies worden onderbouwd?
Geef aan of de volgende stellingen waar of niet waar zijn. Stelling 1: de verkorte productinformatie mag als los inlegvel worden bijgevoegd in een op artsen gerichte folder met reclame over een geneesmiddel Stelling 2: Tradovan (werkzame stof: tradomine) is een middel dat wordt gebruikt bij de behandeling van ADHD. Op een congresmap die wordt uitgereikt tijdens een congres voor kinderartsen, wordt vermeld: ‘Tradovan (tradomine): om bij de les te kunnen blijven’ De fabrikant stelt dat dit is toegestaan omdat het gaat om herinneringsreclame.
Bedrijf X gebruikt in een advertentie voor luchtwegverwijder Pairosol een afbeelding van de Pairosol-inhalator, waaruit een spraywolk komt in de vorm van een springende panter. Pairosol is een droogpoederinhalator. Concurrent Y brengt een luchtwegverwijder in de handel met een soft-mistinhalator. Y stelt dat de afbeelding van bedrijf X misleidend is.
Encepta is geregistreerd voor de behandeling van patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom in de tweede lijn, die reeds behandeld zijn met chemotherapie. De producent van Encepta plaatst een advertentie in het Tijdschrift voor Oncologie. De claim is: ‘Encepta: een doorbraak bij kanker*’. Is dit toegestaan?
U werkt als medical information manager op de medische afdeling van een farmaceutisch bedrijf. U bezoekt een oncoloog en raakt aan de praat over nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen. In dat kader meldt u dat over drie maanden waarschijnlijk een nieuwe indicatie wordt geregistreerd van Sperzuvab, een oncolyticum van uw bedrijf. Mag deze manager dat melden?
Novicare brengt een geneesmiddel op de markt voor de ziekte van Alzheimer, dat iedere dag moet worden geïnjecteerd volgens een bepaald schema. Het schema staat in de bijsluiter. Het gaat om een geneesmiddel dat in het ziekenhuis poliklinisch wordt voorgeschreven door medisch specialisten. Novicare heeft een besloten website voor beroepsbeoefenaren, waarop heel veel informatie staat voor de voorschrijver over het specifieke geneesmiddel, zoals de plaats in de therapie, gegevens over wetenschappelijke ontwikkelingen, etc. De website bevat echter geen reclame. Omdat Novicare regelmatig vragen krijgt van mantelzorgers en thuiszorgorganisaties over het toedienschema, besluit het om deze zorgverleners te voorzien van het wachtwoord voor de website voor beroepsbeoefenaren. Mag dit?
Is de volgende stelling waar of niet waar? Stelling: Een beroepsbeoefenaar is gebonden aan de regels over gunstbetoon, tenzij de financiële relatie te maken heeft met zijn normale beroepsuitoefening (bijv. hij wordt betaald voor een lezing of bezoekt op kosten van een bedrijf een congres over zijn specialisme).
Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? Stelling 1: Een vergunninghouder mag aan een oogarts een demonstratiemodel van het oog aanbieden ter waarde van € 39,95 Stelling 2: Een vergunninghouder mag een online twittercursus ter waarde van € 39,95 aan een arts aanbieden
Uw bedrijf heeft tien reumatologen uitgenodigd om uw productie- en R&D-faciliteiten in Aken (Duitsland, 35 kilometer van Maastricht) te bezoeken. De achtergrond is gelegen in de behoefte om meer duidelijkheid te krijgen over de constante kwaliteit van biosimilars. De reumatologen reizen op eigen gelegenheid en op eigen kosten naar Aken. Tijdens dit bezoek wordt uitleg gegeven over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van reuma in relatie tot de ontwikkeling en productie van biosimilars. Het inhoudelijke programma duurt van 14:30 tot 17:00 uur. Na afloop wordt er gezamenlijk gedineerd in het centrum van Maastricht (vanaf Aken is daarvoor vervoer per bus beschikbaar). Is deze bijeenkomst toegestaan?
Uw bedrijf organiseert een nascholing in Hotel Houten over ‘De praktische en sociale aspecten van behandeling van groeistoornissen bij kinderen’. U nodigt daarvoor kinderartsen en endocrinologen uit. U krijgt het verzoek van een aantal verpleegkundigen om ook deel te mogen nemen, omdat zij in de praktijk de patiënten vaak het meeste zien, en ook regelmatig de noodzakelijke injecties in het ziekenhuis toedienen. Het inhoudelijke programma is geaccrediteerd en duurt de hele middag (13:00 tot 17:00 uur, met een koffiepauze van 30 minuten). Na afloop is er een broodjesbuffet in de ruimte voor de zaal. Uw bedrijf betaalt de zaalhuur en de kosten van koffie, thee en het buffet, in totaal per deelnemer € 70. Mag u deze gastvrijheid aanbieden aan de verpleegkundigen?
Een wetenschappelijke vereniging vraagt vergunninghouder Krosex om een financiële bijdrage van € 15.000 in verband met de organisatie van het tweedaags jubileumcongres van de vereniging. De totale begroting is € 35.000. Krosex zal de enige sponsor zijn. De eerste dag bestaat uit drie inhoudelijke blokken van 10.00 tot 12.30 uur, van 14.00 tot 17.00 uur en van 19.30 tot 21.00 uur. Op de tweede dag is er een blok van 10.00 tot 13.30 uur en van 14.00 tot 17.00 uur. De bijeenkomst is geaccrediteerd. De tweede dag wordt afgesloten met een feestavond, bestaande uit een lopend buffet en een optreden van een live jazz-band. Bij dit deel van het programma mogen ook partners aanwezig zijn. Voor het bijwonen van deze avond wordt een kostendekkende eigen bijdrage van € 100 p.p. gevraagd. De organisatie verwacht 125 deelnemende artsen. Mag Krosex dit sponsoren? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Farmaceutisch bedrijf Synergen is van plan een nieuwe toedieningsvorm van een sterkwerkende pijnstiller die een opioïde bevat te introduceren: naast de pleister ook een neusspray. Synergen wil onderzoek doen naar de markt: is er behoefte aan in de huisartsenpraktijk? Synergen vraagt huisartsen aan dit onderzoek mee te werken. De deelnemende huisartsen wordt gevraagd om maximaal 10 patiënten die langdurig sterke pijnstillers gebruiken een aantal vragen te stellen over ervaringen met het gebruik van hun huidige medicatie en hun wensen voor nieuwe vormen. De antwoorden kunnen digitaal worden ingevoerd en verzonden (totale benodigde tijd: ca. 15 minuten). Per ingevulde enquête ontvangt de deelnemende arts een vergoeding van € 20. Iedere arts kan maximaal tien lijsten invullen. De enquêtes zijn volledig anoniem. De afspraken over deze dienstverlening worden vastgelegd in één schriftelijke overeenkomst, die voorafgaand aan de dienstverlening door beide partijen wordt ondertekend. Er staat onder meer in welke prestatie de arts moet leveren voor het verkrijgen van dit bedrag. Is deze dienstverlening toegestaan?
Welke van de volgende stellingen is juist?
Maaike Verwaaij rondt binnenkort haar opleiding tot cardioloog af aan het UMCU en promoveert op een onderzoek naar geneesmiddelen voor hartfalen. Zij verzoekt vergunninghouder Humestic om een sponsorbijdrage van € 750 voor de publicatie van haar proefschrift. Mag Humestic aan dit verzoek tegemoet komen?
Negen huisartsen en drie apothekers zijn verenigd in Regiozorg Twente B.V. Zij willen een groot centraal gelegen, klimaatneutraal gezondheidscentrum bouwen. Zij verzoeken vijf verschillende vergunninghouders om bij te dragen aan de aanschaf van zonnepanelen door een donatie van € 10.000 (€ 50.000 in totaal). De afspraken zullen worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. Mag uw bedrijf dit project sponsoren?
Uw bedrijf brengt een geneesmiddel tegen malaria op de markt. Tropenarts Anneke Verborg benadert u omdat zij verbonden is aan een stichting die een kliniek wil opzetten voor de preventie en behandeling van malaria in Mali. Zij gaat zelf een jaar naar Mali om dit te regelen en verzoekt u om dit financieel te ondersteunen met een bedrag van € 2.000. Dit bedrag zal worden besteed aan de opleiding van verpleegkundigen ter plaatse. Welke stelling(en) is/zijn juist? (Vink alle goede opties aan)
Hieronder staan twee situaties. Situatie 1. Als vergunninghouder nodigt u prof. Marnix Johansson (hoogleraar interne geneeskunde) uit om aan een congres in San Diego deel te nemen. De totale kosten bedragen € 2.200. U betaalt - conform de CGR-regels - 50% van de totale kosten van de deelname van prof. Johansson aan de bijeenkomst. Situatie 2. U sluit als farmaceutisch bedrijf een dienstverleningscontract met een arts waarvoor deze een vergoeding van € 480 krijgt (plus reiskosten van € 42). Dit is het enige bedrag dat deze arts in 2018 van uw bedrijf ontvangt. Welke van de volgende stellingen is juist?